’22-’26 – 6. Sociaal domein
Het sociaal beleid van de gemeente is gebaseerd op het vertrouwen dat de meeste mensen deugen. Hierdoor is de gemeente in staat tot betere dienstverlening en maatwerk.Armoedebeleid
Armoede wordt nog vaak van generatie op generatie doorgegeven. We zien het als taak van de gemeente om dat mechanisme van generatiearmoede en uitsluiting te helpen stoppen. Kinderen en hun ouders krijgen de mogelijkheid zich zo goed mogelijk te ontwikkelen. Onderwijs en opleiding is hierbij belangrijk. Maar ook ondersteuning bij het werken aan een goede gezondheid, en een stabiel, toereikend inkomen. Zodat mensen weer mee kunnen doen, het zelf kunnen redden. En niet, of minder, afhankelijk zijn van minimaregelingen.
Armoede schaadt de gezondheid. Op de korte, maar zeker op de langere termijn. Kinderen in Etten-Leur zouden niet in armoede moeten opgroeien. Extra voorzieningen kunnen daarom nodig zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een kindpakket voor kinderen in een huishouden met een besteedbaar inkomen tot de norm van 120% van het sociale minimum. Meedoen aan sport en cultuur zijn belangrijk voor de ontwikkeling van opgroeiende kinderen. We willen dat sporten en cultuurbeoefening actief gestimuleerd wordt. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een cultuur- en sportpaspoort. Zo kunnen kinderen en jongeren verschillende vormen van cultuur en sporten uitproberen.
Het fenomeen voedselbank zou in Etten-Leur niet moeten bestaan. Maar zolang de voedselbank nog nodig is, worden initiatieven die dit aanbod verzorgen structureel gesteund. Ook als dit de gemeente geld kost. De locatie van de voedselbank moet structureel worden gemaakt.
Mensen die in de schulden (dreigen te) raken, worden voortvarend geholpen. Daarbij wordt gekeken naar financiële, maar ook naar sociale en psychosociale problemen. Wachtlijsten bij de schuldhulpverlening zijn uitgesloten. De gemeente zet zich in om deze mensen zo vroeg mogelijk te signaleren.
Binnen twee weken na aanmelding is een traject gestart om verergering van de problematiek en dus grotere schade te voorkomen. De bijstandsnorm van 120% wordt gehandhaafd. Huishoudens met een inkomen van net boven 120% van het sociale minimum vallen buiten alle kortingsregelingen en kwijtscheldingen en komen daardoor mogelijk in de problemen. Dit wordt ‘de armoedeval’ genoemd. Extra maatregelen om deze groep uit deze val te halen, worden door ons gesteund. Uitgangspunt moet zijn dat iedereen mee moet kunnen doen.
Armoede is niet afhankelijk van bijstand en het signaleren dat kinderen in armoede leven is lastig. Huisartsen, docenten kunnen daar een rol in spelen door actiever te signaleren en inwoners te wijzen op de ondersteuning die de gemeente kan bieden.
Jeugd en jongeren
Jongeren moeten gezond en veilig kunnen opgroeien in onze gemeente. De gemeente blijft voldoende ruimte, geld en aandacht besteden aan voorzieningen voor de jeugd. Dit doen we in samenwerking met jongerenorganisaties en door te praten mét en niet over jongeren.
We stellen een Jongerenraad in, die meepraat en meedenkt over onderwerpen die voor jongeren belangrijk zijn. De Jongerenraad stelt zelf een agenda en jaarplan op.
Het jongerenwerk blijft een structurele basisvoorziening in de wijken, met de daarbij behorende financiering. Tijdens de Coronacrisis is de inzet van het jongerenwerk uitgebreid. In de komende jaren willen we deze extra inzet behouden om jongeren in de nasleep van corona goed te kunnen ondersteunen. Het jongerencentrum richt zich mede op het mentale welzijn van jongeren, een positieve plek, een huis buiten hun eigen huis. We moeten af van de vastgeroeste gedachte dat jongerenbeleid vooral gericht is op het voorkomen van overlast. Actief bezig zijn, veerkracht en mentaal welzijn gaan hand in hand. Het jongerenbeleid moet er daarom op gericht zijn om jongeren te activeren en te inspireren. Dit doen we in samenwerking met onder meer jongerenwerk, buurtsportcoaches en de wijkteams.
Alle beleidsonderwerpen in het sociale domein die te maken hebben met jeugdzaken, worden samen met de onderwijsportefeuille ondergebracht bij één wethouder.
Het landschap van zorgaanbieders is te versnipperd geraakt. Dat komt omdat vaak niet duidelijk is welke kwaliteit van zorg geëist wordt. Maar ook omdat niet duidelijk is wie wat beoordeelt. Bij het inkopen van jeugdzorg (en andere vormen van zorg) is goedkoop soms duurkoop. Het gevolg is dat ook de jeugdzorg zelf versnipperd is, waardoor zorgaanbieders langs elkaar heen werken. Continuïteit van de zorg en een hecht hulpnetwerk tot het 18e jaar moet daarom een criterium zijn bij het aanbesteden.
Bij Jeugdzorg wordt blijvend ingezet op ‘Eén gezin, één plan, één regisseur’ als het uitgangspunt bij alle decentralisaties in het sociale domein en de jeugdhulpverlening. Kinderen van ouders die (psychisch) ziek zijn of verslaafd, verdienen extra aandacht en zorg. Als de veiligheid en de gezonde ontwikkeling van een kind in gevaar is, dan wordt op een zorgvuldige manier ingegrepen. Gezorgd wordt dat er voldoende goede voorzieningen beschikbaar zijn en er wordt maatwerk geleverd.
We willen dat onze jeugd gezond kan opgroeien. Daarom leren we kinderen al op jonge leeftijd een gezonde leefstijl aan en zorgen we voor een veilige omgeving, waarin kinderen rookvrij kunnen opgroeien en volwassenen het goede voorbeeld geven. De gemeente zorgt dat het Lokaal Preventieakkoord voor jongeren zichtbaar en herkenbaar is en sluit zich aan als JOGG-gemeente. JOGG is een programma dat helpt ervoor te zorgen dat jongeren op een gezond gewicht komen en blijven door middel van voldoende beweging en gezonde voeding.
Menselijke zorg
De gemeente staat achter haar professionele zorgverleners en geeft mantelzorgers en andere vrijwilligers het vertrouwen dat ze verdienen. Vrijwilligers verlenen zorg waar het kan en professionals worden ingezet waar het moet.
We hebben veel respect voor mantelzorgers. Zij verzorgen hun naasten uit liefde en besparen daarmee de gemeente geld op professionele zorg. Daarom willen wij dat de mantelzorgwaardering wordt verhoogd en met name wordt ingezet voor de lastenverlichting van de mantelzorgers. Bij mantelzorg gaat het altijd over een dubbele hulpvraag: van degene die de zorg nodig heeft en van degene die de zorg verleent. We kijken samen met de mantelzorgers waar zij het meeste behoefte aan hebben. Daar hoort ook bij dat er bijzondere woonvormen mogelijk moeten zijn.
Preventie
De gemeente heeft een belangrijke taak op het terrein van de openbare gezondheidszorg en speelt een stevige rol in het bewaken van de afstemming tussen zorgaanbieders. Inzetten op preventie is verstandig, voorkomen is beter dan genezen. Als we van de Coronacrisis iets hebben geleerd, is het dat een gezonde leefstijl ervoor zorgt dat mensen beter bestand zijn tegen ziekte en klachten. Het is daarom van belang om samen gezonder te gaan leven. Door gezond te eten en voldoende te bewegen voelen we ons lichamelijk en mentaal fit, wat de weerstand verhoogt.
Méér dan de helft van de volwassenen in Etten-Leur heeft overgewicht, waarvan een deel zelfs ernstig. Overgewicht kan leiden tot diabetes, hart-en vaatziekten en andere belemmerende aandoeningen. De gemeente moet daarom actief bijdragen aan een leefomgeving die uitnodigt tot bewegen en bewuster te eten en te drinken.
Niet alleen de fysieke, maar ook de sociale omgeving is belangrijk voor de gezondheid. Met elkaar veranderen we ons gedrag en kiezen we voor gezonde alternatieven. De gemeente moet daarom het Lokaal Preventieakkoord optimaal benutten en zorgen voor borging in beleid en de samenwerking met maatschappelijke partners.
Hoewel preventie aan de voorkant meer kost, levert het achteraf meer op. Daarom zorgt stevige inzet op preventie ook voor een financieel gezonde gemeente op de langere termijn. Om die reden is het verstandig preventie niet alleen te meten in wat het heeft gekost, maar ook in wat het heeft opgeleverd in de toename van gezondheid en welzijn en dus kostenbesparing.
Er zijn doelgroepen die meer ondersteuning nodig hebben. Bijvoorbeeld jonge en/of werkende mantelzorgers, ouders van gehandicapte of chronisch zieke kinderen. De gemeente benut de mogelijkheden van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) optimaal. Zodat ouderen, zieken en gehandicapten zo lang mogelijk zelfstandig zijn en zo actief mogelijk aan de samenleving kunnen deelnemen. De gemeente zet zich in voor geschikte woonvormen, het vinden en behouden van werk, voor onderwijs en vrijetijdsbesteding (Etten-Leur Wmo-proof).
De Wmo-visiedocumenten ‘Op eigen kracht’ en ‘Wijkgericht werken’ zijn verouderd, worden geëvalueerd en geactualiseerd.
Seniorenbeleid
Ouderen hebben de toekomst. Senioren, ouderen (55-plussers) maken een steeds groter deel (30%) uit van onze bevolking en in de toekomst wordt dit alleen maar groter (40% in 2035). Daarom werkt de gemeente samen met alle partners, de professionals, de vrijwilligers en ook de ouderen zelf. Onze ambitie is een omgeving te creëren waar de randvoorwaarden aanwezig zijn om ouder te worden in het midden van de maatschappij, waar je als oudere erbij hoort, gezien wordt en ertoe doet. Daarvoor vinden wij seniorenbeleid nodig in onze gemeente. Alle beleidsonderwerpen die te maken hebben met het seniorenbeleid worden ondergebracht bij één wethouder.
In de vergrijzende samenleving ontstaat een kloof tussen vraag en aanbod van zorg, die in de komende jaren alleen maar groter zal worden. Gemeenten staan daardoor voor grote uitdagingen om blijvend te zorgen voor toegankelijke en betaalbare zorg. Om de zorg voor iedereen bereikbaar te houden, kiezen we voor inkomensafhankelijke zorg, waardoor de lasten eerlijk worden verdeeld. Samen met alle ketenpartners en met de regio moeten we deze uitdagingen het hoofd bieden. De groeiende tekorten op de arbeidsmarkt dwingen gemeenten na te denken over een andere invulling van onze zorg. Langer thuis wonen draagt bij aan een lagere druk op de verzorgingstehuizen.
Eenzaamheid onder ouderen is een groot probleem. Activiteiten voor senioren worden gestimuleerd, zoals ontmoetingsmomenten, maaltijdvoorzieningen en culturele projecten. De wijkgebouwen en de brede scholen worden aangemoedigd hierbij een belangrijke rol spelen. Projecten die zich richten op meer bewegen door ouderen, worden voortgezet en sportverenigingen worden gestimuleerd activiteiten te ontwikkelen voor 55-plussers en mensen met een beperking.
Etten-Leur wordt een dementievriendelijke gemeente. We zetten in op bewustwordingscampagnes. Jaarlijks doen we mee aan de ‘Week van de Dementie’ en we faciliteren trainingen in de omgang met dementerende mensen. Ook gemeenteambtenaren die met senioren te maken hebben, nemen aan die trainingen deel.
Senioren kunnen veilig over straat. Goed begaanbare voet- en fietspaden en veilige oversteekplaatsen zijn hiervoor een voorwaarde.
Meedoen
Iedereen in Etten-Leur doet mee op zijn of haar manier. Het sociaal beleid is niet alleen een vangnet, maar ondersteunt en activeert inwoners. Het arbeidsmarkt- en re-integratiebeleid richt zich op alle doelgroepen. Hierin heeft het Werkplein de regierol. Er worden voldoende werkervaringsplaatsen gecreëerd in samenwerking met bedrijfsleven en scholen. Regionale samenwerking biedt hier extra mogelijkheden.
We willen dat de gemeente meedoet aan een experiment met het basisinkomen. Als dit door landelijke beperkingen niet mogelijk is, kiezen we ervoor om de ruimte om bij te verdienen in de bijstand te vergroten. Werkzoekenden die een eigen bedrijf willen starten, worden door de gemeente tegemoetgekomen door tijdelijk behoud van uitkering toe te staan.
Bij aanbesteding van projecten bestaat een deel van de medewerkers aan dat project uit mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zodat ze bijvoorbeeld werkervaring kunnen opdoen. Hierdoor kan de uitstroom naar werk verbeteren. Het gaat hier bijvoorbeeld om ouderen boven de 50 jaar of jongeren onder de 27 jaar met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Om zoveel mogelijk mensen in de bijstand sociaal te activeren, staan wij open voor nieuwe werkwijzen. Onze zorg gaat daarbij met name uit naar de groep met het minste perspectief, of zelfs geen perspectief, op een reguliere arbeidsplaats. We willen bijvoorbeeld een structurele aanpak, waarbij de gemeente elk jaar een groep mensen in de bijstand proactief benadert om bijvoorbeeld een kleine stap te maken met een paar uur vrijwilligerswerk.
Voor iedereen die niet mee kan doen, voert de gemeente een ruimhartig sociaal beleid. Daarbij wordt blijvend en optimaal gebruik gemaakt van de wettelijk toegestane kwijtscheldingsmogelijkheden. Daarnaast is de gemeente proactief met het geven van duidelijke voorlichting over wettelijke rechten zoals huurtoeslag, bijstand en inkomensondersteuning, zoals bijvoorbeeld de individuele inkomenstoeslag.
Het gebruik en de toegankelijkheid van de webshop ‘Meedoen aan sport, cultuur en onderwijs’ van het Werkplein wordt aangemoedigd. Er komt een duidelijke, begrijpelijke toelichting om dit gebruik te bevorderen. Er worden meer bedrijven en instellingen uitgenodigd om hun aanbod op de webshop te plaatsen. Het moet voor inwoners duidelijk zijn dat het mogelijk blijft om bijzondere bijstand te verkrijgen buiten de webshop om, met name voor zaken die op de webshop niet worden aangeboden.
Er wordt blijvend aandacht besteed aan het probleem van eenzaamheid, zoals bijvoorbeeld met de ‘Week van de Eenzaamheid’.
Maatschappelijke organisaties en personen die zich belangeloos inzetten voor de lokale samenleving, kunnen rekenen op steun en medewerking van de gemeente. Speciale aandacht verdient vrijwilligerswerk dat gericht is op het voorkomen van vereenzaming en sociaal isolement.
Bewoners en cliëntenorganisaties worden actief betrokken bij het ontwikkelen en uitvoeren van het beleid rond zorg, welzijn en wonen. Ze krijgen de regie en waar mogelijk voeren ze het geheel zelf uit. De gemeente steunt het vrijwilligerswerk actief op allerlei manieren met bijvoorbeeld professionalisering, vrijwilligersbemiddeling, vrijwilligersverzekering en kennisuitwisseling.
Mensen die (nog) niet in staat zijn reguliere arbeid te verrichten, leveren zoveel mogelijk een actieve bijdrage aan de samenleving. Dit kan door middel van vrijwilligerswerk. Regionale coördinatie en doorgeleiding naar vrijwilligersorganisaties voorkomt dat onbedoelde verdringing op de arbeidsmarkt ontstaat.
Goede communicatie met de wijk- en buurtverenigingen in het binnen- en buitengebied is van groot belang en hun activiteiten en organisatie worden ondersteund. De positie en slagkracht van buurtbeheer en buurtbeheerders, en van besturen van wijkverenigingen wordt waar nodig beter beschermd, ondersteund en versterkt. Afspraken daarover worden steeds vastgelegd in wijkplannen en prestatieafspraken met de maatschappelijke partners en organisaties.
Etten-Leur beschikt over een breed, levendig en verfijnd netwerk van talloze verenigingen, die elk op hun eigen wijze van heel groot belang zijn voor een gezonde en open samenleving. De gemeente moet deze verenigingen koesteren en indien nodig passend blijven ondersteunen, evenals de vele vrijwilligers die hierbij actief zijn. Zij vormen het cement van de samenleving.
De wijkteam-opbouw wordt ondersteund. Deze wijkteams zullen in de toekomst steeds belangrijker worden, in het kader van vereenzaming, thuisverzorging, langer thuis wonen, etc. De wijkteams weten wat er speelt in de wijk en welke deskundigheid nodig is om aan de behoeften te voldoen. Daarom is het belangrijk dat de wijkteams multidisciplinair zijn, of snel over specifieke deskundigheid kunnen beschikken.
Openbare gebouwen in de gemeente moeten goed toegankelijk zijn voor mensen die slecht ter been zijn, een rollator of rolstoel gebruiken, of een fysieke of mentale beperking hebben.
In Etten-Leur moet iedereen mee kunnen doen. Discriminatie op basis van armoede, ras, geloof, geslacht of seksuele geaardheid wordt niet geaccepteerd. Iedereen hoort erbij en dat draagt de gemeente actief uit. De gemeentelijke overheid, het ambtenarenapparaat, stageplaatsen, politie en boa’s moeten een afspiegeling zijn van de samenleving.