Door Hans Wierema op 8 februari 2014

Toespraak Hans Wierema ZLTO

buitengebiedDames, heren, mijn naam is Hans Wierema en ik ben wethouder in deze gemeente. In mijn portefeuille heb ik onder andere ‘Samenleving’ en ik ben van PvdA-huize. Waarbij ik wil opmerken dat PvdA ook staat voor Partij voor de Agrariër.
Mede namens het college wil ik u graag bedanken voor de uitnodiging. Gezien de thema’s die Mariëtte Nooijens mij stuurde, belooft dit een interessante avond te worden. Een avond waarop ik anders maar uitgeteld in de bank had gehangen. Dus daarvoor dank.

‘Samen maken wij de toekomst’ is het thema. En dan met als onderschrift: de relatie tussen burgers en agrariërs. Waarbij dan sleutelwoorden als samenwerking, wederzijds begrip en tolerantie genoemd worden. Als je dat zo terughoort, vooral die laatste twee – wederzijds begrip en tolerantie – dan zou je kunnen denken dat de relatie tussen burger en agrariër helemaal niet zo goed is. Ik denk dat dat niet het geval is. En ik wil een parallel trekken tussen de relatie van een politicus met de burger. Er zijn best een hoop mensen die er “wat” van vinden. Maar er zijn nog meer mensen die het wel goed vinden en niets van zich laten horen. Omdat ze tevreden zijn.

Wederzijds begrip tussen burgers en agrariërs, daar moet het volgens mij beginnen om tolerantie en samenwerking als uitkomst te krijgen. U als agrariër werkt daaraan met bijvoorbeeld de open dagen, ‘Kom in de kas‘, en dat soort activiteiten. Activiteiten waar over het algemeen veel mensen op af komen. Maar er zijn nog andere mogelijkheden.

Bij mijn eerste prille stapjes als raadslid voor de PvdA, ik denk in 2006, diende ik een initiatiefvoorstel in voor het aanleggen van ommetjes door het buitengebied. Die ommetjes gingen dan langs sloten en over de randen van akkers en weilanden. Geen aangelegde paden dus, maar gewoon door het gras of door de klei. Het geld dat nodig was voor enige bewegwijzering, wat publiciteit en het betalen van de grondeigenaar kwam grotendeels van de provincie. Het idee om op die manier de wandelaar dichter bij het product van de agrariër te brengen, maar ook om die boer aan het werk te zien op het land, zou volgens mij helpen voor het begrip en het respect wat je voor hem kunt hebben. Het recreëren in het buitengebied koppelen aan natuurbeleving en tegelijk respect ontwikkelen voor die mensen die met keihard werken een mooi product maken wat bij ons op tafel komt. Daar loopt toch iedereen voor warm, dacht ik toen.

ommetje ovezandeNiets is minder waar en inmiddels weet ik hoe de politieke hazen lopen. Het feit dat in mijn voorstel de keuzevrijheid van de grondeigenaar was opgenomen deed er niets aan af. Ook niet dat die agrariër er geld mee kon verdienen. Nee, er kwamen bezwaren van uitgerekend het CDA en de VVD, ik weet het nog goed. (Adrie Luijcks en Riet van Breugel. Als woordvoerders van de agrarische sector.) Men voorzag schade aan het noeste werk van de agrariër en we hadden toch al wandelmogelijkheden genoeg. Ik vond het een gemiste kans. Mede omdat ik het idee uit de praktijk had gepikt. Het werd namelijk destijds al uitgevoerd in de Madese polders.

Een ander initiatief wat ik met Rob van Son, directeur bij de Woonstichting, begonnen ben is de ontwikkeling van een Natuur- en MilieuEducatieCentrum. Ik zie u denken: weer zo’n alternatieve milieuclub. Het loopt nog net niet op geitenwollen sokken, maar toch.

Maar deze is anders. We waren aan het nadenken waarin we ons wilden onderscheiden ten opzichte van de andere MEC-locaties, met een kinderboerderij, volkstuintjes en opgezette beesten. Wij willen een boodschap uitdragen. Een boodschap over duurzaamheid en die boodschap willen we overbrengen door het mensen zelf te laten ervaren. Nou, dan hebben we al wat ingrediënten: duurzaamheid, kinderboerderij, volkstuintje, een gebouw en een plek waar we mensen kunnen ontvangen en ervaringen laten opdoen. Maar er ontbrak nog wat. Een leidraad, een rode draad om het allemaal aan elkaar te knopen. En toen kwamen jullie in beeld. We gebruiken namelijk als rode draad de voedselketen. Daar kun je alles aan ophangen. Van het prille begin – een zaadje dat met noeste arbeid wordt opgekweekt tot een rode kool, het gebruik van duurzame energie – tot transport naar de winkel en naar rioolzuivering, waterschap en afvalverwerking. We hebben dan diverse workshops waar we kinderen en volwassenen laten ervaren en begrip bijbrengen over al die onderwerpen.

Eén workshop wil ik u niet onthouden. Die gaat over duurzaamheid en bio-industrie. Die workshop heet: ‘Koken voor echte mannen!’ Ik schets die workshop even voor u.
Bij binnenkomst krijgt men van een goede kok instructie en daar ontbreekt natuurlijk een mooi glas wijn niet bij. Buiten worden de volkstuinen aangewezen waar men zelf de benodigde groenten en kruiden moet oogsten. En het vleesgerecht? Dat loopt daar nog rond. Kip, of een Chaams hoen voor mijn part. Er is niets mis met het eten van vlees en door deze ervaring ga je dat dan ook meer waarderen. Met respect voor het dier wordt het om zeep geholpen en schoongemaakt. Tekst en uitleg van de kok volgt daarbij en de wat minder prettige ervaringen worden weggespoeld met dat goede glas wijn. Tijdens het koken en het eten is er gelegenheid om te discussiëren over bio-industrie en de waarde van voedsel. Ik geloof heilig in deze benadering. Want welke man voelt zich nu niet geroepen om een kookclinic voor ECHTE mannen te volgen? En het is dan maar bijzaak dat de clinic 125,- all inclusive kost.

Wederzijds begrip, waardering voor elkaar, tolerantie, dat werkt twee kanten op. Zojuist heb ik het steeds gehad over het begrip en de waardering voor de agrariër, voor zijn en haar werk. Als dat opgebracht kan worden door de burger dan is er niets aan de hand. Alles koek en ei. Echter als een mondige burger zich gaat bemoeien met de bedrijfsvoering van de agrariër, dan is de boerderie te klein. Tenminste, nu hebben we het over de botsingen die de tv, de krant of de raadszaal halen.

We leven nu eenmaal met elkaar op een klein oppervlak. En het buitengebied is van ons allemaal. Zo wordt dat tenminste beleefd. De agrariër is vaak de maker van ons landschap en de burger kijkt ernaar, geniet ervan en vindt er wat van. En hij kan het met alle democratisch vastgestelde afspraken de agrariër, de ondernemer, behoorlijk lastig maken als die bijvoorbeeld een paar windmolens op zijn eigen land wil zetten. Dan is het ook moeilijk om daar begrip voor op te brengen en waardering is er dan al helemaal niet bij. Om iedereen in ons kleine landje in zijn of haar waarde te laten hebben we een heleboel afspraken en regels gemaakt. Soms onbegrijpelijke regels en daar moeten we zo snel mogelijk vanaf zien te komen. Maar de meeste – en daar ben ik ook van overtuigd – zorgen ervoor dat het geen grote puinhoop wordt waar de sterkste aan het langste eind trekt. Het heeft er mede voor gezorgd dat Nederland het op één na grootste exportland van de wereld is op het gebied van agrarische producten. De beste landbouwhogeschool van de wereld staat in Nederland. En de arbeidsproductiviteit in deze sector is nergens ter wereld zo hoog als in Nederland. En dat is bijzonder knap. Ik heb veel waardering voor uw werk, uw inzet en voor de meeste van uw producten.

Dank voor uw aandacht.

Hans Wierema

Hans Wierema

Hans Wierema, geboren in Rotterdam (1960), is getrouwd en vader van drie kinderen. Hans heeft aan de HEAO Breda Commerciële Economie gestudeerd en is gespecialiseerd in Industriële Marketing. Na diverse werkgevers, ook in Etten-Leur, is hij voor zichzelf begonnen als Vastgoedbeheerder. In zijn vrijetijd heeft hij vele bestuursfuncties vervuld, waaronder in de sport. In de

Meer over Hans Wierema