2 oktober 2018

Passend onderwijs geen verloren zaak, maar het moet wel anders

GASTOPINIE Als de diagnose luidt dat het passend onderwijs is mislukt, dient men de causale verbanden op te zoeken. Rerum cognoscere causas (om de oorzaken te weten).

De zoektocht naar de oorzaken waarom passend onderwijs in Nederland (nog) niet goed draait, leidt ons al snel naar de start van wat ooit een prachtig project was. Een project wat zou moeten leiden tot passend onderwijs voor iedereen. Dat was de doelstelling. En dáár zit de crux. De weeffout werd al in het allereerste begin gemaakt. Passend onderwijs had namelijk nooit tot doelstelling gepromoveerd mogen worden. Passend onderwijs is een instrument om te komen tot een meer inclusieve maatschappij. In een inclusieve maatschappij is het logisch dat alle kinderen naar de school in hun eigen buurt gaan.

Passend onderwijs is onderdeel van het totale veranderingsproces. Weliswaar een zeer belangrijk onderdeel, maar toch. Zoals bij iedere verandering heeft men ook hier te weinig rekening gehouden met de weerstanden bij veranderingen. Iedereen wil veranderen, maar niemand wil veranderd worden.

Zo zijn er studiereizen gemaakt naar het buitenland, zoals Noorwegen, om te komen tot passend onderwijs in Nederland. Die reizen hadden we zorgvuldiger moeten interpreteren. Beter moeten analyseren, veel meer totaal moeten borgen in ons bewustzijn. We hadden ons beter moeten realiseren dat passend onderwijs als instrument voor een meer inclusieve maatschappij iets is als zwanger zijn. Dat ben je niet een beetje, dat ben je óf dat ben je niet.

In Noorwegen heb ik met eigen ogen kunnen zien hoe kinderen met en zonder een beperking samen naar school gaan. Ieder in zijn eigen klas. Alle sociale momenten bij elkaar. Kinderen zien elkaar, ervaren elkaar. Zien elkaars beperkingen en zien elkaars talenten. Maken ruzie met elkaar en maken het goed met elkaar. Alle kinderen leren van elkaar en leren respect te hebben voor elkaar. Kinderen krijgen er les in een methode die bij hen past. Zoveel als noodzakelijk, zo weinig mogelijk aangepast.

Zoals bij ieder veranderproces moet er in eerste instantie bij de betrokkenen het urgentiebesef zijn. Er moet vanuit de partijen een sterke coalitie ontstaan die dat veranderproces tot in de diepste vezels van de overige betrokkenen kan doen laten landen.

Politiek
En dan de baas. De baas van het onderwijs is de (gemeentelijke) politiek. En die politiek moet stoer zijn, vooral op willen treden en solide beleid maken. In Nederland hebben wij stoere, solide verkiezingsprogramma’s. Maar na de verkiezingen gaan we onderhandelen en zien we vaak slappe, uit vele compromissen bestaande, verpolderde coalitieprogramma’s ontstaan, die regelmatig het einde van een termijn niet halen.

Dus maak van passend onderwijs een instrument om te komen tot een meer inclusieve maatschappij. Roep nu niet dat de civil society er binnenkort zit aan te komen. Trek daarvoor een paar decennia uit voordat het echt klaar is. De kinderen van nu maken de gewenste maatschappij van straks. Dus het start nu, hier, met de kinderen van nu.

Maak onderwijs passend door níet klassen samen te stellen die bestaan uit leerlingen met en zonder een beperking. Stel klassen samen op basis van de vraag die kinderen stellen – de kinderen, niet de ouders. Dus een klas voor kinderen zonder een beperking, een klas voor kinderen met een beperking. Maar doe dat wel in de wijk waar de kinderen wonen en dus wel samen op één school.

Laat het curriculum per klas passend zijn op de vraag die de kinderen stellen. Maar zorg er tegelijkertijd voor dat kinderen de pauzes, de lunches, de kerstvieringen, de sporttoernooien, de muzieklessen, de samenkomst in de ochtend en het afscheid in de middag samen ervaren.

Cool
Dan gaan we het samen doen. Dan starten we samen in de ochtend, dan gaan we ’s middags samen naar huis. Dan spelen we samen na schooltijd. Dan leren we van elkaar. We zijn dan later, als we groot zijn, geen vreemden van elkaar. Dan is dat ene kind in die elektrische rolstoel niet meer eng, maar juist cool omdat je er met je skateboard achter kunt hangen op weg naar huis.

Volgens mij ligt nu de nadruk op weerstanden wegnemen bij de zuilen van speciaal en regulier onderwijs en bij alle andere betrokkenen. Met respect voor ieders specialisme, ouderschap, kennis en ervaring. Het is tijd die samen te voegen om de som der delen groter te maken. Het is een geweldig mooie motivatie om het nieuwe onderwijs, wat echt gaat passen voor alle kinderen, een meer robuuste financiering te geven.

Immers, gebouwen worden integraal gebruikt, rugzak-financiering komt ten goede aan het schoolbudget en het zeer dure taxivervoer van de kinderen die van ’s morgens erg vroeg tot ’s avonds erg laat door de provincie worden gereden, wordt bespaard. Dat geld kan in de opstart worden gebruikt om de extra (frictie)kosten, die bij iedere verandering aanwezig zijn, te betalen.

Zo heeft dat in Noorwegen gewerkt, zo kan dat hier bij ons gaan werken. Ik daag een sterke politicus uit dit op te pakken, op te schudden en te voltooien.

Jacques Wagtmans is PvdA-lid en samen met zijn vrouw zorgondernemer van het Thomashuis in Etten-Leur. Voorheen was hij verpleegkundige en manager in de verstandelijke gehandicaptenzorg en revalidatiezorg en directeur/bestuurder bij MEE en de sociale werkvoorziening.

(Dit artikel is eerder verschenen in BN de Stem.)