Door op 3 maart 2014

Asielverzoekers

Er leven in ons land vele kinderen die – zo jong als ze zijn – gruwelijke dingen hebben meegemaakt en daarom niet in hun eigen land konden blijven. Gelukkig zijn ze nu hier, en veilig. In Kinderatelier De Kleine Vis in Delfshaven tekenen die kinderen de ellende van zich af. Het kinderatelier is een buurtinitiatief dat wordt gedragen door Juan Heinsohn Huala, kunstenaar, dichter en organisator. En Chileens vluchteling, dat ook. Je hoeft hem dus niets te vertellen over wat de kinderen tekenen.

Terwijl kinderen in Delfshaven het voor ons onvoorstelbare monster van de oorlog tekenen, neemt in Nederland de intolerantie tegen hen toe. Er is al een tijd het hopeloze en vooral retorische debat gaande over de strafbaarstelling van illegaliteit. Waarbij mijn partij bij de coalitie-onderhandelingen aan de (symbolische) VVD-eis van strafbaarstelling tegemoet is gekomen, in ruil voor het wel concrete kinderpardon. Dat kinderpardon is er gekomen, de strafbaarstelling van illegaliteit zal nog wel even op zich laten wachten en overleeft dan naar verwachting het oordeel van de Eerste Kamer niet. Arie Slob van de ChristenUnie dreigde vorige week even zijn voor het kabinet belangrijke samenwerking met het kabinet in te trekken, als de strafbaarstelling er toch zou komen. Maar ook hij zal allang weten dat het er niet zal komen, en dat als het er toch komt het onuitvoerbaar is. En dus laadt Slob de verdenking op zich dat zijn dreigement verkiezingsretoriek is geweest. Maar dat neemt niet weg dat ik zijn intentie deel.

Volgens weekblad Elsevier zegt Maurice de Hond dat 54% van de Nederlanders op dit moment vindt dat illegaliteit strafbaar moet worden. Dat is dus meer dan de helft van de door hem ondervraagden. Maar de vraag is of deze 54% correct en volledig is geïnformeerd. Wie in Nederland is uitgeprocedeerd moet vertrekken. Dat vind ik ook. Volgens het ministerie is dat geen probleem. Er zijn immers geen landen die uitgeprocedeerde weigeren, stelt het ministerie. En dat is dus niet waar, weet ik.

De stichting INLA, die vluchtelingen bijstaat, heeft – met een beroep op de WOB, de wet openbaarheid bestuur – van het ministerie de gegevens verkregen over de landgebonden vertrekinformatie. Wie de moeite neemt die informatie te lezen, kan met eigen ogen zien dat het ministerie het publiek dus niet volledig informeert. Er zijn wel degelijk (meerdere) landen die in Nederland uitgeprocedeerde mensen niet willen terugnemen, zelfs als ze vrijwillig willen meewerken aan vertrek. Daarnaast constateert INLIA dat het vaak om oorlogsgebieden gaat en dat het gewoon niet verstandig is die landen nog zwaarder te belasten door ze groepen uitgeprocedeerde mensen terug te laten nemen.

Intussen worden nog steeds in Nederland kinderen gedetineerd, alsof ze misdadigers zijn. Het laatste PvdA-congres heeft dan ook in meerderheid ingestemd met een motie die zei: zorg ervoor dat zeer spoedig een einde komt aan iedere vorm van opsluiten van kinderen van asielzoekers. Dan maar mot met de VVD.

Ik denk zelf al jaren dat het al een stuk zou schelen als we het niet meer over ‘asielzoekers’ zouden hebben, maar over ‘asielverzoekers’. Asielzoekers, een niet geheel correcte vertaling van asylum seekers, wordt door een meerderheid van Nederlanders nu geïnterpreteerd als: ‘mensen die hier niets te zoeken hebben’. Maar de correcte vertaling is toch echt: ‘asielverzoekers’: mensen die hier een asielverzoek indienen. In Duitsland heet het: ‘um Asyl bitten’. Een verzoek dat je kunt inwilligen, of kunt afwijzen.

Ik ben al sinds de jaren ’90 betrokken bij de hulp aan vluchtelingen. Politieke vluchtelingen, economische vluchtelingen. Dat maakt voor mij in wezen allang niet meer uit. Als je naar de verhalen luistert, dan weet je: niemand verlaat voor zijn lol of voor het avontuur zijn eigen land. Wie dat wel doet, wordt tegenwoordig niet eens meer toegelaten tot de procedure. En wat ik ook leerde: iedereen wil zonder uitzondering zielsgraag terug naar zijn eigen land. Maar soms kan dat gewoon niet.

Dan kun je als overheid mensen detineren, ze na afloop van de wettelijke toegestane detentieperiode op straat zetten (= klinkeren), opjagen, weer detineren, weer klinkeren, weer oppakken, enzovoorts. Maar beter en beschaafder en humaner is het, dan naar andere wegen te zoeken, die recht doen aan de uitzichtsloze patstelling waarin Nederland en de afgewezen asielverzoekers elkaar gevangen houden. Want die wegen zijn er. Waar een wil is, is een weg.